Het eigendomsrecht op het bed van Procrustes: De excessieflenen regeling gewogen

Gespeichert in:
Bibliographische Detailangaben
Titel: Het eigendomsrecht op het bed van Procrustes: De excessieflenen regeling gewogen
Autoren: Dusarduijn, Sonja
Quelle: Tijdschrift voor Formeel Belastingrecht. 2025(5-6):4-11
Verlagsinformationen: 2025.
Publikationsjahr: 2025
Schlagwörter: tax law, SDG 17 - Partnerships for the Goals, anti-abuse rule, proportionality, fiction, principles, Property rights, legal fiction
Beschreibung: Waar ooit de beschermende werking van het eigendomsrecht werd geschetst als volstrekt theoretisch, lijkt deze loot aan de stam van de mensenrechten de nieuwe ‘hype’ onder adviseurs. Sinds het Kerstarrest is veelvuldig betoogd dat ook andere rechtsficties het in art. 1 EP gehuisveste grondrecht zouden schenden. Uiteenlopend van een vermeende inbreuk door de excessief lenenregeling (art. 4.13 lid 1 ond. f Wet IB 2001) en de villabelasting (art. 3.112 lid 1 Wet IB 2001) tot de gedachte dat het ontbreken van kostenaftrek in een tegenbewijsregeling geworteld in jurisprudentie van de Hoge Raad het eigendomsrecht zou ondermijnen. Bij deze discussies wordt regelmatig selectief geput uit jurisprudentie. De betogen tonen daarom trekken van de Griekse sage van Procrustes waarin deze herbergier op rigoureuze wijze ervoor zorgde dat zijn gasten in het bed paste. Te kleine gasten werden net zolang uitgerekt tot hun lengte overeenstemde met het bed, bij te lange bezoekers werd de gepaste maat bereikt door het afhakken van ledematen die over de bedrand staken. Net als Procrustes’ gasten past de casuïstische jurisprudentie op het terrein van het eigendomsrecht zelden volledig in het bed van andere rechtsregels, er blijkt steevast sprake van uitstulpende of tekortschietende componenten. Wie deze veronachtzaamt schetst een gebrekkig beeld. Deze bijdrage biedt onvoldoende ruimte om alle voorbeelden van vermeende schendingen van het eigendomsrecht te bespreken. Ik beperk me daarom tot de excessief lenenregeling. De analyse betreft het stelselniveau van deze rechtsregel. Ik zal concluderen dat deze antimisbruikfictie het eigendomsrecht niet schendt.
Publikationsart: Article
Sprache: Dutch; Flemish
ISSN: 1389-9112
Zugangs-URL: https://research.tilburguniversity.edu/en/publications/c95223a9-0112-4132-96e5-fd1c1cfde845
Dokumentencode: edsair.dris...01181..f3e5d907836cf4de218f7513e1101ae4
Datenbank: OpenAIRE
Beschreibung
Abstract:Waar ooit de beschermende werking van het eigendomsrecht werd geschetst als volstrekt theoretisch, lijkt deze loot aan de stam van de mensenrechten de nieuwe ‘hype’ onder adviseurs. Sinds het Kerstarrest is veelvuldig betoogd dat ook andere rechtsficties het in art. 1 EP gehuisveste grondrecht zouden schenden. Uiteenlopend van een vermeende inbreuk door de excessief lenenregeling (art. 4.13 lid 1 ond. f Wet IB 2001) en de villabelasting (art. 3.112 lid 1 Wet IB 2001) tot de gedachte dat het ontbreken van kostenaftrek in een tegenbewijsregeling geworteld in jurisprudentie van de Hoge Raad het eigendomsrecht zou ondermijnen. Bij deze discussies wordt regelmatig selectief geput uit jurisprudentie. De betogen tonen daarom trekken van de Griekse sage van Procrustes waarin deze herbergier op rigoureuze wijze ervoor zorgde dat zijn gasten in het bed paste. Te kleine gasten werden net zolang uitgerekt tot hun lengte overeenstemde met het bed, bij te lange bezoekers werd de gepaste maat bereikt door het afhakken van ledematen die over de bedrand staken. Net als Procrustes’ gasten past de casuïstische jurisprudentie op het terrein van het eigendomsrecht zelden volledig in het bed van andere rechtsregels, er blijkt steevast sprake van uitstulpende of tekortschietende componenten. Wie deze veronachtzaamt schetst een gebrekkig beeld. Deze bijdrage biedt onvoldoende ruimte om alle voorbeelden van vermeende schendingen van het eigendomsrecht te bespreken. Ik beperk me daarom tot de excessief lenenregeling. De analyse betreft het stelselniveau van deze rechtsregel. Ik zal concluderen dat deze antimisbruikfictie het eigendomsrecht niet schendt.
ISSN:13899112