Het verschaffen van meer informatie over de context van de door appellant gevoerde procedure is gerechtvaardigd

Uložené v:
Podrobná bibliografia
Názov: Het verschaffen van meer informatie over de context van de door appellant gevoerde procedure is gerechtvaardigd
Autori: Mooi, Remko, Beers, Antje
Zdroj: Uitspraken Sociale Zekerheid. 29(4):471-477
Informácie o vydavateľovi: SDU, 2025.
Rok vydania: 2025
Predmety: Recht op eerlijk proces, Sociale zekerheidsrecht, Privacy, Dekundigenonderzoek, Bestuursrecht, EVRM, Artikel 6 EVRM, SDG 10 - Reduced Inequalities, Noodzakelijke kosten, Participatiewet, Toegang tot de rechter, Bijzondere bijstand, Algemene wet bestuursrecht
Popis: Annotatie bij uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een deskundigenonderzoek van € 2.542,51. Deze aanvraag van appellante is afgewezen op de grond dat deze kosten niet noodzakelijk zijn. Appellant is in een vonnis van de kantonrechter te Amsterdam veroordeeld die kosten te betalen. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat de kosten in zijn geval noodzakelijk zijn, Het enkele feit dat appellant veroordeeld is tot het betalen van de kosten van het deskundigenonderzoek is daarvoor niet voldoende. Uit de door appellant overgelegde nota van de LDCR en de drie passages uit het vonnis van de kantonrechter kan niet worden opgemaakt wat de context en aard van de procedure is waar hij bij betrokken is geweest. De overige tekst van het vonnis heeft appellant geheel zwart gelakt. Hierdoor kan geen oordeel worden gevormd over de noodzakelijkheid en ook niet worden beoordeeld of en, zo ja, in hoeverre, zijn toegang tot de rechter als gevolg van het niet toekennen van bijzondere bijstand op onaanvaardbare wijze is of zou worden beperkt. Voor zover het verschaffen van meer informatie over de context van de door appellant gevoerde procedure een inbreuk vormt op zijn recht op privacy, zoals beschermd bij art. 8 EVRM, geldt dat er een toereikende wettelijke grondslag is in de zin van art. 8 lid 2 EVRM. Het college heeft appellant gevraagd meer informatie te verschaffen om te bepalen of hij in aanmerking komt voor bijzondere bijstand. Dit kan worden gezien als het behartigen van het belang van het economisch welzijn van Nederland, als bedoeld in art. 8 lid 2 EVRM. Dit is daarom een gerechtvaardigd doel in de zin van die bepaling. Het verzoek tot het aanleveren van gegevens voldoet ook aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Druh dokumentu: Article
Jazyk: Dutch; Flemish
ISSN: 1386-5439
Prístupová URL adresa: https://research.tilburguniversity.edu/en/publications/ada58f07-92c1-4c1f-8da9-9641a4450695
Prístupové číslo: edsair.dris...01181..f8c213d98c4e50c5b3393306722ddf66
Databáza: OpenAIRE
Popis
Abstrakt:Annotatie bij uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een deskundigenonderzoek van € 2.542,51. Deze aanvraag van appellante is afgewezen op de grond dat deze kosten niet noodzakelijk zijn. Appellant is in een vonnis van de kantonrechter te Amsterdam veroordeeld die kosten te betalen. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat de kosten in zijn geval noodzakelijk zijn, Het enkele feit dat appellant veroordeeld is tot het betalen van de kosten van het deskundigenonderzoek is daarvoor niet voldoende. Uit de door appellant overgelegde nota van de LDCR en de drie passages uit het vonnis van de kantonrechter kan niet worden opgemaakt wat de context en aard van de procedure is waar hij bij betrokken is geweest. De overige tekst van het vonnis heeft appellant geheel zwart gelakt. Hierdoor kan geen oordeel worden gevormd over de noodzakelijkheid en ook niet worden beoordeeld of en, zo ja, in hoeverre, zijn toegang tot de rechter als gevolg van het niet toekennen van bijzondere bijstand op onaanvaardbare wijze is of zou worden beperkt. Voor zover het verschaffen van meer informatie over de context van de door appellant gevoerde procedure een inbreuk vormt op zijn recht op privacy, zoals beschermd bij art. 8 EVRM, geldt dat er een toereikende wettelijke grondslag is in de zin van art. 8 lid 2 EVRM. Het college heeft appellant gevraagd meer informatie te verschaffen om te bepalen of hij in aanmerking komt voor bijzondere bijstand. Dit kan worden gezien als het behartigen van het belang van het economisch welzijn van Nederland, als bedoeld in art. 8 lid 2 EVRM. Dit is daarom een gerechtvaardigd doel in de zin van die bepaling. Het verzoek tot het aanleveren van gegevens voldoet ook aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
ISSN:13865439